Het afstellen van je derailleur is een klus die voor veel mensen erg uitdagend overkomt. Veel rijders weten niet waar ze moeten beginnen wanneer hun fiets moeilijker begint te schakelen. Wanneer je jouw fiets koopt, is de derailleur goed afgesteld door de fabriek.
Echter over tijd kan je fiets steeds moeilijker schakelen of je aandrijving begint te kraken tijdens het rijden. Dit betekent dat je jouw derailleur opnieuw moet afstellen of dat er iets anders deze problemen veroorzaakt. In dit artikel vertel ik je alles wat je moet weten over hoe je jouw derailleur weer goed kan afstellen.
Waarom en wanneer derailleur afstellen?
Over het algemeen hoef je de derailleur van je fiets niet af te stellen. Vanuit de fabriek is deze namelijk al goed afgesteld. Echter over tijd zijn er verschillende redenen waarom je derailleur niet meer goed afgesteld raakt.
Dit zorgt ervoor dat je fiets moeilijker begint te schakelen. Het slecht schakelen van je fiets is niet alleen vervelend, maar het kan ook zorgen voor onnodige schade en slijtage. De onderdelen van je aandrijving zijn niet goedkoop, wat het extra belangrijk maakt om deze goed te onderhouden.
Toch zijn er bepaalde momenten wanneer het handig kan zijn om je derailleur opnieuw af te stellen. De eerste reden is na een grote impact. Dit kan er namelijk voor zorgen dat je derailleur van plek is veranderd en daarom niet meer op dezelfde manier schakelt.
Ook moet je de derailleur van je fiets opnieuw afstellen wanneer je een nieuwe cassette aanschaft met een andere vertanding. Daarbij is het belangrijk dat je wel de juiste derailleur hebt voor jouw cassette. Anders is het mogelijk dat je niet alle tandwielen op je cassette kan gebruiken.
Oorzaken van slecht schakelen
Het slecht schakelen van jouw fiets kan veroorzaakt worden doordat je derailleur niet goed is afgesteld of de kabelspanning is niet juist. Echter is dit niet de enige oorzaak waardoor je fiets slecht schakelt. Hierbeneden heb ik de verschillende oorzaken van het slecht schakelen van jouw fiets op een rij gezet:
Versleten aandrijving
De eerste oorzaak waardoor je fiets slecht kan schakelen is een versleten aandrijving. De van je fiets bestaat uit een aantal verschillende onderdelen: de fietsketting, achter- en/of voorderailleur en de voor- en/of achtercassette.
Over tijd raakt de aandrijving van je fiets versleten. Wanneer de fietsketting slijt, wordt de fietsketting langer. Hierdoor staat er minder spanning op de ketting en sluit deze slechter aan op de cassette. Dit kan ervoor zorgen dat je minder goed kan schakelen. In dit artikel zie je of je fietsketting, cassette of derailleurwieltjes versleten zijn.
Daarnaast raakt de cassette of cassettes van de fiets over tijd ook versleten. De cassette van een fiets slijt vaak een stuk sneller dan nodig is doordat veel mensen hun fietsketting niet vaak genoeg vervangen. Je kan zien dat de cassette versleten is wanneer de tanden in een punt gevormd zijn of eruit zien als een haaienvin.
Wiel staat niet recht
Naast een versleten aandrijving kan het ook mogelijk zijn dat je fiets niet goed wil schakelen doordat je wiel niet recht staat. Dit klinkt misschien een beetje als iets heel simpels, maar het scheef staan van je wiel is vaak iets wat onopgemerkt blijft. Check daarom regelmatig of je wiel nog recht staat en niet voor onnodige problemen zorgt.
Derailleurpad staat krom
De derde oorzaak waardoor je fiets niet goed wil schakelen is doordat je derailleurpad krom staat. De derailleurpad is het verbind stuk van je derailleur en je fietsframe. Dit onderdeel is gemaakt om je fietsframe te beschermen wanneer je een harde impact krijgt op je derailleur. In plaats dat je frame beschadigd raakt bij een impact, buigt de derailleurpad.
Wanneer de derailleurpad verbogen is staat je derailleur niet meer op de goede plek wat voor problemen kan zorgen wanneer jij wilt gaan schakelen. Check daarom altijd na een ongeluk of impact of je derailleurpad nog recht is en vervang deze wanneer noodzakelijk. In dit artikel vertel ik jou precies hoe jij jouw derailleurpad kan vervangen.
Kabel versleten of uitgetrokken
Tenslotte is een mogelijke oorzaak van het moeilijk schakelen een versleten of uitgetrokken derailleurkabel. De derailleurkabel van je fiets is opgemaakt uit twee verschillende delen: de binnenkabel en de buitenkabel. De binnenkabel glijdt door de buitenkabel wanneer jij van verzet veranderd.
Over tijd kan deze versleten of uitgetrokken raken waardoor je problemen krijgt met het schakelen. Een bekend kenmerk hiervan is dat je schakel knop twee keer moet indrukken voordat hij van verzet wil veranderen.
Je kan zien dat de kabel versleten is wanneer de binnenkabel veel weerstand heeft om door de buitenkabel te gaan of wanneer het plastic van de buitenkabel erg stug en bros is geworden. In dit artikel vertel ik jouw precies hoe jij de derailleurkabels kan vervangen.
Wat heb je nodig?
Voor het afstellen van de kabelspanning en de derailleurs op je fiets heb je niet veel nodig. Dit is wat je nodig hebt:
- Schroevendraaier
- Inbussleutel (2 mm)
Voorderailleur kabelspanning afstellen
Wanneer je de voorderailleur van je fiets opnieuw moet afstellen kan het zijn dat je de kabelspanning ook moet afstellen. Over tijd kan raken je kabels van je voorderailleur versleten. Dit zorgt ervoor dat de kabel wat meer uitrekt of dat de binnenkabel niet zo makkelijk door de buitenkabel gaat.
Door de kabelspanning goed af te stellen zorg je er voor dat je derailleur weer makkelijk omhoog en omlaag kan schakelen. Je kan de kabelspanning van de voorderailleur afstellen bij het stuur of bij de onderbuis. Door de kabelspanners aan de draaien kan je de spanning hoger of lager zetten.
Je moet de kabelspanning hoger maken wanneer je moeilijk naar het buitenblad kan schakelen. En je moet de kabelspanning verlagen wanneer je moeilijk naar het binnenblad kan schakelen.
Stappenplan
- Zorg ervoor dat het achterwiel van de fiets niet de grond raakt.
- Schakel de derailleur naar het zwaarste verzet. (het kleinste achterwiel)
- De kabelspanning is af te stellen op het stuur of bij de onderbuis van de fiets.
- Schakelt de derailleur moeilijk of niet naar een lichter verzet, dan moet je de kabelspanning hoger maken. Doe dit tot hij wel wil schakelen.
- Schakel nu weer terug naar een zwaarder verzet, wil dit niet dan moet je de kabelspanning weer iets lager zetten.
- Herhaal het afstellen bij het omhoog en omlaag schakelen tot dit bij beide acties soepel verloopt.
Voorderailleur limieten afstellen
Nadat je de kabelspanning van je voorderailleur hebt afgesteld is het ook belangrijk om ook de derailleur zelf goed af te stellen. Dit is geen moeilijke klus, maar je moet wel weten wat je moet doen en waar je dit kan doen. Je kan de limieten van je voorderailleur afstellen door gebruik te maken van verschillende stelschroeven.
Deze stelschroeven op je voorderailleur zijn: de L-schroef, de H-schroef en een schroef om de hoogte van je derailleur aan te passen. De L-schroef staat voor de ‘low gear’ stelschroef en de H-schroef staat voor ‘high gear’ stel schroef.
Stappenplan
- Zorg ervoor dat je achterwiel van de grond is.
- Controleer de hoogte van je voorderailleur.
- Controleer de juiste positie van de voorderailleur.
- Stel de juiste limiet af van je binnenblad.
- Stel vervolgens de L-schroef af.
- Stel vervolgens het buitenblad af.
- Stel nu ook de H-schroef af.
1. Zorg dat je achterwiel van de grond is
Het achterwiel van je fiets moet de grond niet aanraken zodat je makkelijk de trapper kan draaien om te controleren of de derailleur werkt. Je kan dit het best doen met montagestandaard of door gebruik te maken van een haak. Wanneer je dit niet hebt of niet bij de hand hebt kan je de fiets ook op zijn kop zetten.
2. Controleer de hoogte van je voorderailleur
Ten eerste is het belangrijk om je voorderailleur op de juiste hoogte te hebben. Je derailleur moet ongeveer 5 mm boven het buitenste blad van je cassette zitten. De hoogte moet je aanpassen bij een nieuwe derailleur of cassette.
3. Controleer de juiste positie van de voorderailleur
Naast de hoogte van je voorderailleur moet ook de positie van de derailleur goed zijn. De voorderailleur van je fiets moet evenwijdig zitten aan de cassette en dit geldt ook voor de kooi op de derailleur.
4. Stel de juiste limiet af van je binnenblad
De limiet van je binnenblad stel je af door de fietsketting op het kleinste verzet van je voorste cassette te zetten en de fietsketting op het grootste verzet bij de achterste cassette.
5. Stel vervolgens de L-schroef af
Om het binnenste blad af te stellen gebruik je de L-schroef. Door aan de L-schroef te draaien bepaal je hoever de kooi van de voorderailleur naar binnenkomt. Je wil dat de ketting net langs de binnenzijde van de kooi loopt.
Door de L-schroef linksom te draaien komt de kooi verder naar binnen toe en wanneer je de L-schroef rechtsom draait, komt de kooi verder naar buiten toe.
6. Stel vervolgens het buitenblad af
Om het buitenblad af te stellen moet je de fietsketting naar het grootste verzet op de voorste cassette zetten en de fietsketting op het kleinste verzet bij de achterste cassette zetten.
7. Stel nu ook de H-schroef af
Om vervolgens het buitstenste blad af te stellen maak je gebruik van de H-schroef. De H-schroef bepaalt hoever de kooi van de voorderailleur naar buiten gaat. Hier wil je dat de fietsketting net langs de buitenzijde van de kooi loopt.
Door te draaien aan de H-schroef zorg je ervoor dat de kooi verder naar binnen of buiten gaat. Draai je linksom dan gaat de kooi meer naar binnen en draai je rechtsom dan gaat de kooi meer naar buiten.
Achterderailleur kabelspanning afstellen
Wanneer de achterderailleur van je fiets niet meer goed wil schakelen is het verstandig om als eerste de kabelspanning goed af te stellen. Niet alleen is het hierdoor makkelijker om je achterderailleur af te stellen, maar het kan ook de oorzaak zijn van je schakelprobleem.
De kabelspanning van je achterderailleur kan over tijd niet meer goed zijn door het slijten en uitrekken van de kabel of de kabel kan extra weerstand oplopen door het gebruik over langere periodes.
Je moet de kabelspanning hoger maken wanneer je moeilijk naar het buitenblad kan schakelen. En je moet de kabelspanning verlagen wanneer je moeilijk naar het binnenblad kan schakelen.
Stappenplan
- Zorg ervoor dat het achterwiel van de fiets niet de grond aanraakt.
- Schakel je derailleur naar het zwaarste verzet. (het kleinste achterwiel)
- Voor het verstellen van de kabelspanning moet je de stelschroef vinden. Deze vindt je waar de kabel aansluit bij de derailleur.
- Draai nu de stelschroef helemaal in, zodat je op 0 begint en de spanning zo laag mogelijk hebt.
- Probeer nu naar een lichter verzet te schakelen. Wanneer dit niet lukt, maak je de kabelspanning hoger tot dit wel lukt.
- Schakel nu door tot het lichtste verzet.
- Probeer nu weer terug te schakelen naar een zwaarder verzet. Wanneer dit niet lukt, maak je de kabelspanning lager tot dit wel lukt.
- Schakel nu door tot het zwaarste verzet.
- Herhaal nu de stappen 5 tot en met 8 totdat je de perfecte balans hebt gevonden en zowel soepel omhoog als omlaag kan schakelen.
Achterderailleur limieten afstellen
Nadat je de kabelspanning van je achterderailleur hebt afgesteld en het schakelprobleem nog niet is opgelost moet je ook de achterderailleur afstellen. Het afstellen van de achterderailleur is geen moeilijke klus wanneer je de juiste stappen weet en genoeg geduld hebt.
De limieten van de achterderailleur worden afgesteld door zogeheten stelschroeven. De achterderailleur is voorzien van de L-schroef en de H-schroef. De L-schroef staat voor de ‘low gear’ stel schroef en de H-schroef staat voor de ‘high-gear’ stel schroef.
Stappenplan
- Zorg ook hier dat het achterwiel van de grond af is.
- Stel het buitenste limiet af.
- Gebruik de H-schroef om buitenste limiet af te stellen.
- Stel het buitenste limiet af.
- Gebruik de L-schroef om binneste limiet af te stellen.
1. Zorg ook hier dat het achterwiel van de grond af is
Het achterwiel van je fiets moet de grond niet aanraken zodat je makkelijk de trapper kan draaien om te controleren of de derailleur werkt. Je kan dit het best doen met montagestandaard of door gebruik te maken van een haak. Wanneer je dit niet hebt of niet bij de hand hebt kan je de fiets ook op zijn kop zetten.
2. Stel het buitenste limiet af
Je stelt het buitenste limiet van je achterderailleur af door naar het kleinste verzet op de achterste cassette te schakelen en wanneer van toepassing naar het grootste verzet van de voorste cassette te schakelen.
3. Gebruik de H-schroef om buitenste limiet af te stellen
Je stelt het buitenste limiet af door gebruik te maken van de H-schroef. Wanneer je de H-schroef linksom draait, gaat de derailleur meer naar buiten en wanneer je de H-schroef rechtsom draait, gaat de derailleur meer naar binnen.
4. Stel het buitenste limiet af
Het buitenste limiet stel je af door de achterste cassette naar het grootste verzet te schakelen en wanneer van toepassing het voorste cassette naar het kleinste verzet te schakelen.
5. Gebruik de L-schroef om binnenste limiet af te stellen
Je stelt het buitenste limiet van de achterderailleur af door gebruik te maken van de L-schroef. Ook hier geldt dat linksom draaien ervoor zorgt dat de derailleur meer naar buiten gaat. En wanneer je rechtsom draait de derailleur meer naar binnen gaat.